De konijnensector bestaat hoofdzakelijk uit familiale bedrijven, die vooral in West-Vlaanderen en Antwerpen gevestigd zijn. De konijnen worden er uitsluitend gevoed met plantaardig voer bestaande uit granen en luzerne, wat de gezondheid en de bevleesdheid van het konijn bevordert.
Nieuwe klantbehoeften? De bedrijven spelen er graag op in. De hoogste eisen worden gesteld op vlak van hygiëne, controle van het productieproces, koeling en voedselveiligheid. De konijnensector wordt gekenmerkt door een toenemende specialisatie in ultramoderne productieruimtes met high tech snij- en verpakkingstechnieken. Het aanbod van konijnenproducten breidt bovendien alsmaar uit.
De uitvoer van konijnenvlees is vooral gericht op Frankrijk, Duitsland en Nederland.
Kwaliteit
Bij het slachten, versnijden en verwerken worden zeer strenge kwaliteitsnormen gewaarborgd om een uiterst hygiënisch product af te leveren bij de verkooppunten. Permanent wordt er toezicht gehouden en controle uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Ieder konijn en/of verpakking van konijn en konijnendelen moet een erkenningsnummer dragen van het slachthuis.
Door de professionele manier van kweken en slachten is konijn nu een heel jaar door te verkrijgen bij de slager, poelier en grootwarenhuis, zowel vers als diepgevroren.
Belgische konijnenhouders kiezen voor diervriendelijkste huisvesting
Sinds 1 januari 2016 mogen in België geen vleeskonijnen meer gehuisvest worden in kooisystemen. De minimale standaard is vanaf dan de zogenaamde diervriendelijke “parkhuisvesting”. Enkel voor bedrijven die zeker zullen stoppen vóór 2021 of bedrijven die nog te recent geïnvesteerd hadden (“in verrijkte kooien”) is er nog een uitdoofregeling voorzien. België was daarmee het eerste land in Europa met dergelijke wetgeving en dus een voortrekker op het vlak van dierenwelzijn. Belgische of gecertificeerde herkomst garandeert deze dierwelzijnsstandaard.
In parkhuisvesting krijgen de konijnen veel meer bewegingsruimte dan in de vroegere kooihuisvesting:
- de konijnen moeten kort na spenen al in de parken geplaatst worden.
- ze moeten in groepen gehuisvest worden van minimaal 20 konijnen per groep.
- de oppervlakte van een park is minimaal 1,6 m² (met een maximale bezetting van 800 cm² per aanwezig konijn).
- een park moet bovenaan open zijn.
- de bodem van een park bestaat meestal volledig uit kunststof (mag maximaal nog 20% draadgaas zijn).
- in een park moet zich een “platform” bevinden waar de konijnen kunnen opspringen.
- in ieder park moet er knaagmateriaal aanwezig zijn (meestal hardhout).
- in ieder park moet een tunnel voorzien worden waar konijnen graag inkruipen of waarin ze kunnen schuilen.